Madeira
Madeira

Madeira

Wandelen, wijn, eiland, bloemen, Portugees, ossentong in Madeira saus,… Tot zover mijn kennis van Madeira, maar dat kan toch niet alles zijn?

De afstand van Porto Santo naar Madeira bedraagt 30 mijl dus gelukkig moeten we niet al te vroeg opstaan. De zon schijnt en er staat een fris briesje, we gooien de lijn uit maar de vissen hebben nog geen honger en plots zien we een of ander zoogdier opduiken. ‘Een walvis!’, zegt Jesse, maar al snel merken we dat het een orka is. Geweldig zou je denken. Was het niet dat er sinds een aantal jaar veel zeilboten aangevallen worden door een bende orka’s voor de Spaanse en Portugese kust, wat meestal eindigde met schade aan het roer of zelfs de motor. We komen er goed vanaf. Deze maakt geen deel uit van ‘the gang’. Het zal Willy geweest zijn.

Niet niet wandelen

We varen naar Enseada da Abra, de meest Oostelijke baai van Madeira en gooien er ons anker uit. De plek voelt wat desolaat maar avontuurlijk aan en op de bergkam zien we mini mensjes wandelen. Het kost wat moeite om de bijboot hier op het strand te parkeren en de wandeling naar de bushalte is geen ‘walk in the park’ maar de omgeving is prachtig en wordt omschreven als een van de mooiste wandelstreken in Madeira.

Onze benen zijn nog moe van Porto Santo maar je kan hier moeilijk ‘niet wandelen’. Vanaf de ankerplaats verkennen we enkele plekken aan deze Oost kant van Madeira. De bussen rijden naar overal maar niet zo vaak dus wat dat betreft zou het gemakkelijker zijn om een auto te huren.

Niet op zijn plaats

Jesse kan zijn portefeuille niet meer vinden. Hij ligt niet onder de kussens, achter de boeken in de kast of in de kaartentafel en al zeker niet op zijn plaats. Na ervan overtuigd te zijn dat deze op het strand van Porto Santo moet liggen, belt hij naar de Polícia. Iemand heeft hem gevonden en ze sturen het op, per post, naar Madeira. Wat een service.

Na enkele dagen komt Joris, onze buurman aan en Jesse gaat hem met grote lege rugzak opwachten in Machico, zodat hij eerst nog langs de Supermercado kan. Terwijl hij weg is maak ik de logeerkamer klaar en probeer met youtube filmpjes een handdoek zwaan te maken. Door het waggelen van de boot valt hij nu en dan om maar gelukkig blijft hij toch even staan wanneer onze logee aan boord stapt.

Volzet

Na enkele dagen aan het einde van de wereld willen we graag een haven in. We bellen en mailen naar marinas op het hele eiland maar nergens is er plaats. Sowieso zijn er niet zo heel veel plaatsen voor boten op Madeira en in deze periode van het jaar zijn er veel zeilers dus alles is volzet.

Uiteindelijk verhuizen we een beetje verderop naar een ankerplaats aan het sympathieke dorpje Caniçal. Er rijdt meer dan 1 bus om de 2u, het is het vertrekpunt van een mooie wandeling naar Machico, ze hebben redelijke winkels en gezellige terrasjes .

Uitstapje naar Funchal

We nemen de bus naar Funchal, de hoofdstad van Madeira en verkennen eerst de overdekte markt. Het ziet er allemaal iets té mooi en georganiseerd uit en lijkt me meer een tourist trap. We houden het snel voor bekeken en gaan lunchen op een terrasje achter de markt.

Nadat we geluncht hebben klauteren we de steile straten op naar de botanische tuin. Zwetend en met krampen in de kuiten fantaseren we over oases van bloemen en tropische planten. De tuin heeft een klein museum met wat stoffige opgezette beesten en ziet er redelijk onderkomen uit. De rest van de tuin is groot en gezellig met eindeloos veel soorten cactussen, palmen, hang-en klimplanten,… en het beroemde bloementapijt. De klim was uitdagend maar het zicht hier boven is de moeite.

Na al dat groen is het tijd om terug af te zakken naar het centrum. Ah, toevallig komt daar net een bus aan. We laten de wandeling voor wat ze is en laten ons rijden tot in ‘t centrum. Terwijl wij inkopen doen gaat Joris op zoek naar een kapper. Hij komt terug met een frisse coupe en wat toertjes van den bakker. We zijn nog blijer met onze logee!

Wandelen van Machico naar Porto da Cruz

Van Machico start een wandeling naar de Noordkust van het eiland. Na een uur lopen we verkeerd en stuiten op het einde van de weg. Er staan wat werkmannen te sleuren met een betonmolen en ze maken ons duidelijk dat we van ‘t padje zijn. Uiteindelijk vinden we het juiste pad en komen aan bij impressionante kliffen die recht in zee storten. Ze zijn begroeid met prachtige flora en de fauna zijn wij, geen beestjes te bespeuren.

Het pad volgt de kliffen naar Porto da Cruz, een dorpje aan de zee. Aan de ingang van het dorp voeren we nog een Portugese non-conversatie met wat oudere dames en waarna we neerploffen op een terrasje voor een welverdiend pintje. Veel tijd om er van te genieten is er niet. Ik bekijk het busschema en de laatste zal vertrekken binnen 10 minuten.

Levada’s

Wat ik vooraf niet wist was dat Madeira bekend staat om z’n Levada’s. Dat zijn irrigatiekanalen die jaren geleden over heel het eiland gebouwd zijn om het overvloedige water dat uit bronnen hoog in de bergen opborrelt te verdelen over berghellingen en valleien. Er zijn wel zo’n 3.000 km Levada’s op Madeira en vele van de wandelwegen lopen hierlangs. Voor we vertrekken wouden we zeker nog zo een gedaan hebben. In de Rother wandelgids kiezen we voor nummer 15. Hier wandel je ook onder tunnels en langs interessante bergdorpjes.

Het duurt weer even voor we de juiste weg vinden maar uiteindelijk lopen we vlak naast de levada’s. We wandelen door donkere tunnels met het lichtje van onze telefoon om plassen te vermijden en komen haast niemand anders tegen. Na uren wandelen ontmoeten we in een dorpje een heel oud vrouwtje. Ze sleft in slakkengang vooruit met behulp van haar stok, haar huid is helemaal verrimpeld, ze draagt een lange zwarte rok, wit hemd en rond haar hoofd een sjaal met bloemenmotief. Echt zo’n oud vrouwtje zoals je ze hier in de boekjes ziet staan. We proberen een praatje te maken maar veel verstaan we er niet van.. Ik vermoed dat ze niet zo vaak mensen tegenkomt op deze plek en ver zal ze zelf ook niet meer geraken. Ze lijkt blij om ons te zien en lacht haar enkele tanden bloot. Zij maakt ons ook blij!

De daling wordt ingezet en die lijkt maar niet te eindigen. Het is zo stijl dat ik bijna denk voorover te vallen en aan het uitzicht te zien moeten we nog een heel eind zakken voor we aan de zee aankomen. Dalen vind ik moeilijker dan stijgen. Ik probeer af te wisselen met achteruit te lopen en in zig zag te gaan om de druk op mijn knieën draaglijker te maken.

Aan alles komt een einde en we ploffen neer op de plastieken stoelen van een strandbar. De volgende bus komt over een uur dus we kunnen nog twee biertjes en een pizza achteroverslaan. Die hebben we wel verdiend.

2 Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *