Op naar de Canarische!
Op naar de Canarische!

Op naar de Canarische!

De wekker gaat af en ik wil ‘m uit het raam gooien. Ik haat opstaan! Buiten komt de zon op en zo dadelijk lichten we het anker om naar de Canarische Eilanden te varen.

 

Na tien dagen in Madeira en dagelijks een flinke wandeling wordt het tijd om onze benen wat rust te gunnen. Dus gaan we de zee op. In het oranje roze licht van de opkomende zon laten we de baai van Caniçal achter ons.

De tocht naar Lanzarote is 280 zeemijl en aangezien onze vorige oversteken, waar we zo’n 25 knopen wind hadden, snel maar heftig waren besloten we het nu eens uit te proberen met minder wind. 

Via windfinder, Jesse’s favoriete app, wordt meermaals per dag naar de weersverwachting gekeken. We zouden op 15 oktober vertrekken met een voorspelling van 12 tot 15 knopen wind. 

Buurman wat doen wij nou?

Joris is mee aan boord, onze buurman in Nijlen. Hij was naar Madeira gevlogen met een enkel ticket waardoor hij kon meevaren naar de Canarische Eilanden en van daar een vlucht naar huis boeken. Naast het heuglijke feit dat we dan de nachtwachten kunnen verdelen met een extra persoon zorgt het ook voor meer entertainment aan boord. Ideaal!

We laten de motor wat langer bijstaan want het begint maar niet te blazen. Er werd nochtans vijftien knopen wind voorspeld, de wind had er duidelijk ook geen zin in deze ochtend. 

Eens het land uit zicht krijgt Joris het ‘oceaanvarengevoel’. Geen land in zicht, enkel de boot, de bemanning, de zee, af en toe een vogel, een vliegende vis en als je geluk hebt een dolfijn. ‘Wat doen wij hier eigenlijk’? zegt hij meermaals. Ik weet niet of hij een grapje maakt of het daadwerkelijk een absurd idee vind om op deze manier te reizen.

De rest van de dag wordt gevuld met babbelen, lezen, een klein dutje en Joris en ik maken een portret van elkaar. Een amusante bezigheid, vooral wanneer we het resultaat te zien krijgen. Joris vindt dat hij op Boy George lijkt en ik op de Beavies and Butt-Head versie van mezelf. Jesse kan niet beslissen welke tekening de beste is. 

Plastiekvangst

Achter de boot hangt de vislijn uit met een blauwe octopus en een enkele haak. We hebben hier al wat vissen mee gevangen maar speelden ze steeds kwijt. Of het aan die enkele haak lag of omdat we de boot niet vertraagd hebben bij het binnenhalen weten we niet. Wie zal het zeggen? Iedereen heeft andere theorieën over een succesvolle visvangst.

De lijn op de molen begint te lopen en ik zet de rem erop terwijl Jesse de boot probeert te vertragen door de genua in te rollen. Dan begin ik de vislijn binnen te halen en zie in de verte iets blauwig opspringen. Oeeee… zeker een Mahi Mahi. Hij verdwijnt weer onder water en even lijkt het of ik ‘m kwijt ben maar uiteindelijk komt er toch weer spanning op de lijn. De snijplank, het fileermes en de gaf liggen al klaar als we teleurgesteld waarnemen dat het geen vis maar een blauwe plastieken zak is. Daar heb ik helaas geen recept voor en de teleurstelling wordt snel vergeten met het besluit dat we iets smerig uit de oceaan hebben gehaald.

Een toontje lager

Rond 19u ga ik spaghetti koken en warm de Bolognaise saus op. Deze keer heb ik meer eten op voorhand klaargemaakt. Net wanneer ik de borden wil opscheppen gaat de vislijn er weer vandoor. Ik gooi het servies in de pompbak en spurt naar buiten. Het is weer blauw maar deze keer is het geen zak. Een vrouwelijke Mahi Mahi van zo’n kleine meter laat zich redelijk snel binnenhalen. Jesse gaft haar in de kieuwen en ik giet wat gin in de mond waardoor ze snel een toontje lager zingt. 

Ik fileer de vis in het gangboord en het wordt een smerige boel. Het binnenhalen en doden vergt nog wat oefening. Ze gaat de koelkast in voor morgen en nadat we met emmers zeewater de smurrie hebben weggespoeld, wordt de spaghetti Bolognaise opgediend. Door deze gebeurtenis hebben we de zonsondergang gemist maar we zijn zo blij met onze eerste echte oceaanvis en ik bedenk alvast wat ik er allemaal mee ga klaarmaken. 

De nacht verloopt vrij rustig. We delen onze wachten op in 2 uur op en 4 uur af. Een keer komen we op aanvaringskoers met een groot schip. Het is nog niet duidelijk of hij zal uitwijken dus doen wij het maar.

Als de zon opkomt besluiten we de koers van Fuerteventura te verleggen naar La Graciosa, een klein eiland boven Lanzarote. Dat is ook dichterbij dus daar kunnen we zeker voor middernacht aankomen.

De laatste Vrijheid

Overdag wordt nog wat gedut, gebabbeld en gelezen. Ik lees een oud zeilverhaal, geschreven door een man, Claes Honig, die met zijn vrouw Welmoed (ja dat is haar naam) en hun schip Vrijheid van 1970 tot 1974 rond de wereld zeilden. Zijn schrijfstijl is gevat en grappig. Het is ook indrukwekkend om te merken hoe anders wij tegenwoordig rondzeilen.

Electronica en communicatie zijn er op vooruit gegaan, ons brein en zelfredzaamheid is daarbij achteruitgegaan.

‘s Avonds voor de zon ondergaat maak ik onze eerste Mahi Mahi maaltijd. Veel heeft zo’n verse vis niet nodig: schijfjes tomaat en ajuin in een ovenschotel, enkele filets erbovenop, besprenkeld met wat olijfolie en citroensap, bestrooien met peper, zout en takjes tijm. 15 minuten op 180° (of gasstand 6, met een bootoven moet je soms wat gokken), wat gekookte aardappelen erbij en klaar.

Rond middernacht komen we aan in Bahia La Graciosa. Het is altijd eng om in het donker binnen te varen en we zien in de verte vele witte lichtjes wiebelen. We zijn hier niet alleen. Nadat we een rondje hebben gevaren besluiten we het anker vanachter in de groep uit te gooien. Hoe kort de tocht ook is, aankomen is altijd het leukst. Het toplicht gaat aan en ons ander licht gaat uit. Slaapwel!

One comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *